Wij gaan
jullie een spannend verhaal vertellen over een wedstrijd tussen een dier dat
heel langzaam is en een dier dat heel snel is.
Over welke
twee dieren zullen wij het hebben?
(Vraag
meerdere tegenstellingen in dieren)
Verhaal:
Er was
eens een haas die tegen de slak zei: ’wat ben jij toch verschrikkelijk traag.
Je komt nog geen centimeter vooruit.’ De slak zei: ‘ ik traag? Hoe kom je
erbij. Ik wil best een eind tegen jou hardlopen! Dat win ik hoor!’ De haas
wilde zo’n wedstrijd wel.
Het zou er
om gaan wie het eerst aan het andere eind van de weg zou zijn.
‘Wacht
even,’ zei de slak, ‘ik wil eerst even naar huis gaan om wat te eten. Als ik
gegeten heb, dan kan ik nog wat sneller lopen.’
Toen hij
thuis was, zei de slak tegen zijn vrouwtje: ‘Kom, we gaan die eigenwijze haas
eens te pakken nemen. Jij gaat aan het eind van de weg zitten en ik aan het
begin van de weg. En als de haas er dan aankomt, dan zeg jij: ‘ik ben er al !’
Daarna
ging de slak weer naar de haas toe. Ze spraken af dat ze elk aan een kant van
de weg zouden lopen.
Tijger,
slang, olifant, vogel, aap en kikker hoorde van deze wedstrijd en kwamen kijken
langs de weg.
Aap zou de
wedstrijd startte en tijger zou kijken wie de wedstrijd won.
Aap telde
af: ‘één, twee, drie!
De haas
vloog weg, maar de slak bleef rustig zitten waar hij zat.
Alle
dieren zaten aan het einde van de weg te wachten op haas en slak om te kijken
wie er zou gaan winnen.
Maar aap
zat nog aan het begin van de weg. Aap keek raar op en vroeg aan slak: ‘ slak
moet je niet gaan rennen zo verlies je nog?’ De slak antwoorden: ‘ nee aap,
want ik ben die eigenwijze haas een lesje aan het leren.
Mijn vrouw
staat aan de andere kant van de weg en die doet alsof zij mij is. Als haas dan
aankomt zegt zij: ‘ik ben er al.’’
Aap moest
hard lachen. ‘ Ik zal niets zeggen tegen haas ’ zei aap.
Als haas
aan het einde van de weg komt ziet hij de slak al staan. De slak zegt: ‘ ik ben
er al.’
Haas
begrijpt er niets van. Eigenlijk begrijpt niemand er iets van. Ze zagen slak
niet eens aankomen. Hij stond er gewoon ineens. Tijger vertelt dat de slak
heeft gewonnen.
De haas
zegt: ‘We gaan nog een keer.’ Haas vloog weer weg naar de andere kant van de
weg. Daar zat de slak te wachten. De slak zei ‘ik ben er al.’
De haas
begreep er niets van. De aap kon bijna zijn lach niet inhouden.
De andere
dieren waren aan het lopen naar het begin van de weg waar aap, slak en de haas
ook waren. Ze vragen aan de aap en wie heeft er gewonnen. De aap zegt: ’slak
heeft gewonnen!’
Tijger,
slang, olifant, vogel, en kikker kijken verbaast. Ze snappen er niets van. Ze
keken hoe de haas weg rende en toen ze zich terugdraaide was de slak weg.
De haas
zegt: ‘ we gaan nog een keer’
De aap
zegt: ‘oke, één, twee, drie!’ De haas vloog weg. De slak bleef weer staan.
Nou vragen
alle dieren behalve aap: ‘ slak moet je niet rennen straks verlies je nog?’
Slak
vertelt het verhaal van zijn vrouwtje aan de andere kant van de weg.
En dat zei
elke keer achter een struik gaat staan om het voor hun ook te laten lijken
alsof slak verdwenen was. Tijger, slang, olifant, vogel, aap en kikker moesten
allemaal hard lachen. Ze zeiden allemaal: ‘ wij zeggen niets tegen haas hoor.
Dit is een goed lesje voor hem.’
De haas kwam
buiten adem aan de andere kant van de weg aan waar de slak al klaar stond en
zei: ‘ik ben er al.’ De haas zei weer: ’nog een keer.’ Haas kwam weer aan bij
het begin van de weg waar iedereen al klaar stond. Slak stond al klaar en zei:
‘ik ben er al.’ Haas zei weer: ‘nog een keer.’ Toen haas weer weg was moesten
alle dieren weer hard lachen. Vogel vroeg: ‘ Slak wanneer ga je het hem
vertellen?’ Slak antwoorden: ‘ mmm… misschien hierna nog een keer. Hahahha. ‘
Geen opmerkingen:
Een reactie posten